Narrative temaer: følelser og indre liv

Nietig en superieur, alles en nietsFrans Coenen had aanleg tot depressie. In zijn dagboek schreef hij daarover: ‘Mijn vrienden hebben zich van kant gemaakt, maar ik heb mijn misère van me afgeschreven’. De roman ‘Een zwakke’ is een goed voorbeeld hiervan. Johan, de zwakke man uit de titel, lijdt onder zijn doodsverlangen, nietigheids- en superioriteitsgevoelens, zelfmedelijden, gevoeligheid voor weersveranderingen en huiselijke sfeer, onlustgevoelens en als problematisch ervaren seksualiteit’. Maar Coenen heeft een ruimere blik dan zijn hoofdpersonage en brengt ook diens moeder en zus in beeld, om het onbetrouwbare van Johans observaties in de verf te zetten. Misschien geen opbeurende lectuur, maar wel geschreven in glashelder, tintelfris Nederlands.Frans Coenen (1866-1936) promoveerde in de rechtsgeleerdheid, werkte als journalist en vond ten slotte zijn draai als gewaardeerd schrijver van romans. Coenen had aanleg voor depressie, wat zich in zijn werk vertaalt in een sterke melancholie. In de eerste tien jaar van zijn carrière publiceerde hij hoofdzakelijk naturalistische romans (‘Zondagsrust’ en ‘Verveling' behoren tot de beste), maar vanaf 1905 verlegde hij de focus naar politiek activisme. Pas kort voor zijn dood keerde hij terug naar fictie, met ‘Onpersoonlijke herinneringen’.

Als jurylid bij het proces tegen een prostituee die van moord wordt beschuldigd, ontdekt prins Nekhlyudov tot zijn ontzetting dat de beklaagde een vrouw is die hij ooit heeft verleid en vervolgens in de steek heeft gelaten toen zij nog maar een jong dienstmeisje was, Katjoesja Maslova.Hij voelt zich ondraaglijk schuldig als hij beseft dat hij rechtstreeks verantwoordelijk is voor haar ondergang. Nekhlyudov is vastbesloten te vechten voor haar vrijlating. Als dat niet lukt, is hij bereid Maslova koste wat kost achterna te gaan de gevangenis in.In 'Opstanding' schetst Tolstoj een panoramisch beeld van het eind negentiende eeuwse Rusland en de hardheid van het leven van de lagere klassen. De lezer wordt meegevoerd in de sombere onderwereld van de gevangeniscellen en in de luisterrijke vertrekken van de adel. Doorspekt met vurige verontwaardiging over de regering, de hogere klassen, het rechtssysteem en de kerk.Leo Tolstoj (1828-1910) was een Russische schrijver, een meester in realistische fictie en een van 's werelds grootste romanschrijvers. Tot Tolstojs belangrijkste werken behoren "Oorlog en vrede" (1865-69) en "Anna Karenina" (1875-77), twee van de grootste romans aller tijden en tevens hoogtepunten van de realistische fictie. Naast romans schreef hij veel korte verhalen en later in zijn leven ook essays en toneelstukken.

'Waarheid' (1931) is geschreven door de invloedrijke Franse auteur, journalist en toneelschrijver Émile Zola.Wanneer een jongen op brute wijze wordt vermoord, verspreidt zich een golf van woede en razernij door een klein dorp. Maar als de geruchten en de wrok toenemen, zal iemand dan ooit de waarheid ontdekken?'Waarheid' is gebaseerd op Zola's ervaringen met de beroemde veroordeelde legerofficier, Alfred Dreyfus. Het maakt deel uit van 'De vier evangeliën' (Vruchtbaarheid, Werk, Waarheid en Rechtvaardigheid) een verzameling romans waarmee Zola de fundamentele beginselen van het menselijk leven hoopte te onderzoeken. Dit is deel één van de drie delen van 'Waarheid'.Émile François Zola (1840-1902) was een invloedrijke Frans romanschrijver, journalist en toneelschrijver en de zelfbenoemde leider van het Franse naturalisme. Meer dan de helft van Zola's romans maakte deel uit van een reeks van 20 boeken die gezamenlijk bekend staan als 'Les Rougon-Macquart'.Tot zijn bekendste werken behoren 'Germinal' (1885), 'La Bête Humaine' (1890), 'L'Assommoir' (1877), 'Thérèse Raquin' (1867), 'Au Bonheur des Dames' (1883) en 'L'Oeuvre' (1886), dat een gefictionaliseerde weergave was van zijn vriend Cézanne en het bohemienleven van schilders.Zola was een belangrijke figuur in de politieke liberalisering van Frankrijk en is beroemd geworden door zijn rol in de vrijspraak van de vals beschuldigde en veroordeelde legerofficier Alfred Dreyfus, dankzij zijn befaamde krantenartikel met de kop "J'Accuse...!".Zola werd tweemaal genomineerd voor de Nobelprijs voor Literatuur, in 1901 en 1902.

'Waarheid' is gebaseerd op Zola's ervaringen met de beroemde veroordeelde legerofficier, Alfred Dreyfus. Het maakt deel uit van 'De vier evangeliën' (Vruchtbaarheid, Werk, Waarheid en Rechtvaardigheid) een verzameling romans waarmee Zola de fundamentele beginselen van het menselijk leven hoopte te onderzoeken. Dit is deel twee van de drie delen van 'Waarheid'.Émile François Zola (1840-1902) was een invloedrijk Frans romanschrijver, journalist en toneelschrijver en de zelfbenoemde leider van het Franse naturalisme. Meer dan de helft van Zola's romans maakte deel uit van een reeks van 20 boeken die gezamenlijk bekend staan als 'Les Rougon-Macquart'.Tot zijn bekendste werken behoren 'Germinal' (1885), 'La Bête Humaine' (1890), 'L'Assommoir' (1877), 'Thérèse Raquin' (1867), 'Au Bonheur des Dames' (1883) en 'L'Oeuvre' (1886), dat een gefictionaliseerde weergave was van zijn vriend Cézanne en het bohemienleven van schilders.Zola was een belangrijke figuur in de politieke liberalisering van Frankrijk en is beroemd geworden door zijn rol in de vrijspraak van de vals beschuldigde en veroordeelde legerofficier Alfred Dreyfus, dankzij zijn befaamde krantenartikel met de kop "J'Accuse...!".Zola werd tweemaal genomineerd voor de Nobelprijs voor Literatuur, in 1901 en 1902.

La reinterpretació, en clau feminista i juvenil, de Frankenstein, de Mary Shelley.La Tina no recorda res del seu passat. Acaba de despertar amb un cos adolorit i ple de cicatrius i l'única veritat que coneix és la de la seva tieta, que la cuidada durant la convalescència. Però els secrets a poc a poc es van desenredant, ja que, a mesura que la Tina va recuperant-se de les ferides, les preguntes es fan més i més intenses. Qui és la seva tieta realment? On són els seus pares? Però la pregunta que més ronda pel seu cap, que no la deixa descansar, és: qui és ella realment?Bel Olid (Catalunya, 1977) és escriptora, traductora i professora de llengua. Es va llicenciar en Traducció i interpretació i des de llavors s'ha dedicat a la traducció. En 2008 va publicar la seva primera obra, un relat que va rebre el Premi Qwerty al millor relat infantil. Ha publicat més d'una desena d'obres de ficció, no-ficció i literatura juvenil i infantil, que han guanyat diversos premis, entre ells el premi Documenta 2010. Des de 2015 és presidenta de l'Associació d'escriptors en llengua catalana.

En nat er Hanna barnepige for skuespillerinden Irenes ti-årige søn. En fortumlet og fuld mand bryder ind, og det viser sig at være Hannas gamle skolelærer Brantzæg, der i sin tid forlod lærerjobbet for at blive filminstruktør. I løbet af natten fortæller Brantzæg Hanna sandheden om sit liv, der udadtil har set spændende og farverigt ud, men som i virkeligheden bar præg af misbrug, angst og skuffelse.Ketil Bjørnstad (f. 1952) er en norsk pianist, komponist og forfatter, der har skrevet bøger inden for flere forskellige genrer. Han debuterede som forfatter i 1972 med digtsamlingen "Alene ut" og har siden skrevet et væld af romaner, debatbøger og dokumentariske bøger om store nordmænd som Edvard Munch, Oda Krogh, Hans Jæger og Bendik Riis. Ketil Bjørnstad har vundet en lang række priser for sine bøger i mange forskellige lande.

Johannes Næsdal lever et liv i konstant splittelse mellem det, han egentlig ønsker, og det, han føler sig forpligtet til. Han er splittet mellem sin passion for musik og jobbet som patolog. Også i sit kærlighedsliv er han splittet mellem sin kone, sin elskerinde og Gina, som han i virkeligheden elsker."Stormen" handler om moralsk forfald i slutningen af det tyvende århundrede, om utroskab og dens konsekvenser og om længslen efter den kærlighed, man inderst inde frygter.Ketil Bjørnstad (f. 1952) er en norsk pianist, komponist og forfatter, der har skrevet bøger inden for flere forskellige genrer. Han debuterede som forfatter i 1972 med digtsamlingen "Alene ut" og har siden skrevet et væld af romaner, debatbøger og dokumentariske bøger om store nordmænd som Edvard Munch, Oda Krogh, Hans Jæger og Bendik Riis. Ketil Bjørnstad har vundet en lang række priser for sine bøger i mange forskellige lande.

Nel 1888, a soli diciassette anni, Grazia Deledda ha già all’attivo vari esperimenti di scrittura. Alla stesura di questa sua prima opera di largo respiro, quindi, si esprimono appieno la sua precoce maturità e una grande empatia verso il vissuto delle persone che popolano la sua amata Sardegna. "Memorie di Fernanda" gira attorno alle confessioni fatte dal moribondo Guglielmo Ziskas all’adolescente che dà il titolo al romanzo. Il racconto della vita di Ziskas svela il rapporto tellurico che lo lega a molti altri personaggi, i quali sono coinvolti, loro malgrado, nella stessa grande tela di vicende umane, che funge da scenografia per una storia che reclama di essere narrata. Intrighi e tradimenti, amori e omicidi passionali: la vita, insomma, descritta nella sua più ambivalente natura. E probabilmente non basterà il viaggio – inteso come esperienza di autodeterminazione – a scrollarsi di dosso tutto questo...Grazia Deledda (1871-1936) nasce a Nuoro, quarta di sette figli, in un’agiata famiglia di proprietari terrieri. La sua scrittura è impregnata dei sentori della sua terra d’origine, dipinta efficacemente nel suo convulso ingresso nella modernità. Piccole e grandi tragedie si stagliano su un vivido tessuto sociale, descritto ora con piglio veristico, ora secondo stilemi decadentisti. Grazie a grandi capolavori come "Canne al vento", "Elias Portolu" e "Cenere", Deledda è stata la prima donna italiana a vincere il Premio Nobel (1926).

Al momento della sua prima pubblicazione (1920) "Povero Cristo" ha quasi l’aspetto di una profezia. Incentrato sulla misera vita di Gesualdo Cristofari, esso rappresenta una carrellata di situazioni, di personaggi, che descrive al meglio il convulso primo dopoguerra italiano. Gesualdo, che parla in prima persona, non risparmia stoccate a niente e a nessuno: attacca l’istituzione del matrimonio, la sacralità della famiglia, l’orizzonte di illusoria escatologia offerto tanto dalla religione quanto dal socialismo, il capitalismo, la politica... Neanche la fuga, l’emigrazione verso l’America, la Francia o la Germania, salvano Gesualdo dalla desolazione e dallo squallore. Egli è testimone brutale della perdita di ogni speranza. Impara, per esperienza personale, a diffidare dei sindacalisti. E, sospeso fra l’insonnia e gli adulteri della moglie, preannuncia pure l’avvicinarsi del fascismo, foriero di nuove miserie...Mario Mariani (1883-1951) nasce a Roma. Cresciuto a Solarolo, ultima i suoi studi nella capitale. Nel 1907 decide di trasferirsi a Berlino, dove inizia a lavorare come corrispondente. Nel 1911 sposa la ballerina Maria Biondi, da cui si separa già durante la Prima Guerra Mondiale (combattuta in prima linea come ufficiale degli Alpini). Trasferitosi a Milano, pubblica i primi racconti e, dopo aver fondato varie riviste, abbandona definitivamente l’Italia in polemica con l’ascesa del fascismo. Dopo lunghe peregrinazioni, trascorrerà gli ultimi anni in Sud America, morendo a Rio de Janeiro. La sua produzione letteraria, che spazia dalle poesie giovanili alla narrativa, è stata pubblicata integralmente da Sonzogno (1947-1951) e consta di titoli dal grande valore, come "Antelucano", "Sott' la naja. Vita e guerra d'alpini" e "Vent’anni dopo".

Alfredo Bausen ha tradito la donna che ama e vede nell’incidente notturno, avvenuto sulla linea ferroviaria Zurigo-Basilea, l’occasione che aspettava: si sostituirà al libraio Oertli, compagno di viaggio occasionale. Non si può non pensare a "Il fu Mattia Pascal" di Pirandello quando per questo redivivo inizia una nuova vita, in viaggio verso nuove mete. Ma così come Mattia Pascal, anche Alfredo Bausen racconterà la sua storia. Ad ascoltarlo sarà un medico genovese, nelle strade di Yokohama. Una storia che lui, e voi lettori, scoprirete essere ricca di avvenimenti scioccanti, di colpi di scena e di vendette.Emilio De Marchi (1851 – 1901) è stato un traduttore italiano, ma soprattutto scrittore e poeta; era infatti ritenuto uno dei più importanti narratori italiani della seconda metà dell’Ottocento. I protagonisti delle sue opere sono perlopiù contadini lombardi e la piccola borghesia milanese. Le sue opere sono davvero numerose, qui ne ricordiamo alcune come "Vecchie storie", "Il signor dottorino", "Redivivo", "Nuove storie d’ogni colore", "I nostri figliuoli", "Giacomo l’idealista" e "Arabella".

Emilio Lograve, cresciuto in un piccolo paese di provincia, vive ora in città per compiere i suoi studi di medicina. Un’infanzia difficile e tanti sacrifici lo hanno reso una persona ambiziosa, ma anche perennemente insoddisfatta. Oltre al successo professionale, infatti, Emilio cerca anche la gratificazione dell’amore. Ossessionato da questa necessità, il protagonista si dimostra disposto a fare di tutto. Ma Matilde, donna intelligente e leale, non è certo una sprovveduta. Grazie alla penna arguta di Bersezio, si viene catapultati in un mondo di perfidia e gelosia, di vendette e sentimenti furibondi, che dimostrano quanto l’amore venga spesso confuso con comportamenti che di buono hanno ben poco...Vittorio Bersezio (1828-1900) nasce a Peveragno, nel cuneese, da una famiglia benestante e di tendenze liberali. Sebbene laureato in giurisprudenza, coltiva fin da giovane una forte passione per la scrittura, tanto da esordire come autore di teatro già nel 1842, con "Le male lingue". Attivo sia in ambito drammaturgico che narrativo, nel 1854 assume la direzione del Fischietto, importante periodico satirico. L’attività giornalistica rappresenta d’ora in poi il suo impegno principale, espresso con la fondazione di un proprio quotidiano – La Gazzetta Piemontese – e portato avanti in parallelo con la politica (nel 1865 è infatti eletto deputato). Profondamente influenzato dalla letteratura francese di Dumas, Balzac e Hugo, ma anche dal romanzo sociale di Zola, Bersezio è noto soprattutto per la commedia "Le miserie 'd Monsù Travet" (1863).

Una mattina estiva del 1920 la giovane Lucy perde il padre improvvisamente ritrovandosi sola e disperata, senza speranze. È uno sconosciuto a risvegliarla dal torpore che il lutto le ha causato: il legame con Everard Wemyss, quarantenne rimasto vedovo da poco, è immediato, e la condivisa sofferenza per la recente perdita dà origine a una confortante intimità. Ma il matrimonio con Wemyss sarà diverso da come Lucy aveva sognato: le mura di casa diverranno quelle di una tetra prigione dove i giorni sono scanditi da rituali irrazionali; un luogo in cui Lucy non si sentirà mai davvero accolta e dove la prima moglie, Vera, morta in circostanze misteriose, si rivelerà un'entità ancora presente e tangibile.

¿Qué podrías llegar a hacer si no tuvieras miedo? El miedo es cada vez más frecuente en nuestra sociedad: nos paraliza, nos hace tomar malas decisiones, nos frena. En este libro el lector descubrirá una guía para viajar por su interior, redescubrirse y hacer que florezcan unos valores para combatir ese terror. A través de la historia de un samurái que tiene que recuperar su valor perdido, el lector podrá analizar sus propios miedos.Este audiolibro está narrado en castellano.Josep López (Barcelona, 1967) es autor y coach literario. Estudió Periodismo y trabajó durante dos décadas en comunicación empresarial. Desde hace unos años dedica su vida a la literatura, tanto a enseñar el mundo editorial y sus secretos a autores noveles como a escribir libros de crecimiento personal. Ha escrito varios libros de autoayuda, como El valor del samurái, Buen karma o La ilusión.

Henricus is 19 en zit in een inrichting. Hij kan zich gebeurtenissen uit zijn vorige levens herinneren en daardoor raken zijn gedachten soms in de knoop. Samen met Henricus keerde we terug naar zijn kindertijd, zijn jaren op school, de pogingen van leraren en zijn ouders om hem klaar te stomen voor het leven. Maar er zijn ook andere interpretaties van het boek mogelijk. Misschien is Henricus juist een vroegwijs kind. Een oude man in het lichaam van een kind, die met heel scherpe blik naar de benepenheid en schijnheiligheid van zijn omgeving kijkt. Achter het spel met de tijd zit verrassend veel maatschappijkritiek. Een ongewoon boek in het kleine maar bijzondere oeuvre van Theo Thijssen ("Kees de jongen").Theo Thijssen (Theodorus Johannes Thijssen, 1879-1943) was een Nederlands schrijver, onderwijzer en socialistisch politicus. Hij is onsterfelijk geworden door zijn creatie Kees de jongen, uit de gelijknamige roman. Het onderwijs was ontzettend belangrijk in zijn leven en dat merk je op elk van de 2.500 bladzijden die hij bij elkaar pende. Hij respecteert het kind als individu en weet de kinderlijke ervaring van de grotemensenwereld weer te geven in bitterzoet proza. Licht en humoristisch toont hij ons de wereld van de Amsterdamse jeugd, onderwijzers en vele anderen uit de vroege 20ste eeuw.

Vankilasta vapautunut Reetta muuttaa isänsä luo ja yrittää päästä jälleen jaloilleen. Niskassa painaa kuitenkin sietämätön syyllisyys: hän on tappanut oman lapsensa. Reetta on vähällä erakoitua, mutta läheinen Imatrankoski koituu hänen pelastuksekseen, sillä se alkaa vetää häntä voimakkaasti puoleensa. Hän alkaa penkoa paikan historiaa, johon hänen oma isoisänsäkin liittyy. Mikä merkitys vanhoilla tarinoilla on ehdonalaista suorittavalle Reetalle? Veden viiltämä on riipaiseva psykologinen romaani syyllisyyden tuskasta ja sen raukeamisesta. Imatralaissyntyinen Outi Alm sai teoksesta Kaarlen palkinnon vuonna 2005.

Giacomo Lanzavecchia è sofferente e rassegnato, un insegnante di filosofia che rappresenta il tipico essere umano umile e vinto. Dopo le campagne garibaldine Giacomo torna nel suo paese e si rende così conto che la situazione familiare è piuttosto tragica: l’azienda di famiglia è fallita e il padre è diventato un alcolizzato. Il matrimonio – tanto agognato – con Celestina sfuma davanti ai suoi occhi, così come qualsiasi altro sogno. Le cose sembrano cambiare quando Giacomo verrà assunto dalla famiglia Magnenzio: il vecchio conte gli offrirà addirittura ospitalità nel suo castello, assieme alla sua Celestina. Le speranze per un futuro migliore cominciano a farsi strada. C’è solo un problema: il giovane rampollo della famiglia fa ritorno al castello e – ovviamente – si invaghisce di Celestina...Emilio De Marchi (1851 – 1901) è stato un traduttore italiano, ma soprattutto scrittore e poeta; era infatti ritenuto uno dei più importanti narratori italiani della seconda metà dell’Ottocento. I protagonisti delle sue opere sono perlopiù contadini lombardi e la piccola borghesia milanese. Le sue opere sono davvero numerose, qui ne ricordiamo alcune come "Vecchie storie", "Il signor dottorino", "Redivivo", "Nuove storie d’ogni colore", "I nostri figliuoli", "Giacomo l’idealista" e "Arabella".

Czy można pozbierać do kupy świat, który w jednej chwili rozpadł się na tysiące kawałków? Takie zadanie stoi przed Aleks w trzeciej części jej przygód. Rozwód rodziców okazał się doświadczeniem dotykającym bezpośrednio także jej. A przecież niczemu nie zawiniła i najchętniej żyłaby dalej w pełnej rodzinie. Spektakularne popisy nastoletniego buntu skutecznie odwracają uwagę od kruchego, zranionego, cierpiącego wnętrza dziewczyny. Czy Aleks odzyska kiedyś spokój i równowagę? Dobra propozycja dla czytelników poszukujących szczerych i mądrych książek o dorastaniu, w stylu Ireny Jurgielewiczowej czy Beaty Andrzejczuk.Dorastanie to okres pełen napięć i niepewności, a co dopiero, kiedy w tym czasie rozwodzą się rodzice! Sytuacja rodzinna mocno wpływa na życie Aleks. Ale ona nie z tych, co bezradnie płaczą w kącie. Wrażliwa i zbuntowana dziewczyna podejmie próbę poskładania na nowo świata, który rozpadł jej się na milion kawałków. Aleksandra Giersch-Amundsen - autorka literatury młodzieżowej, w której niezwykle wiarygodnie oddaje psychikę dorastającego człowieka - targanego sprzecznymi emocjami, poszukującego siebie. Bohaterowie jej książek często zostają dodatkowo skonfrontowani z wydarzeniami, które zaburzają spokój i przewidywalność ich życia. Największą popularność zyskały jej utwory z cyklu "To ja, Aleks".

Il sigillo d’amore è una raccolta di novelle pubblicata nel 1926. Le storie sono ambientate per lo più fuori dalla Sardegna: dei ventotto racconti solo tre sono ambientati nell’isola. A dare il titolo al libro è tuttavia l’ultima storia, incentrata su un’importante figura femminile della storia medievale sarda: Adelasia di Torres. Le vicende della famosa regina del Logudoro, che mescolano storia e leggenda, hanno attirato l’interesse di molti scrittori e intellettuali tra cui Grazia Deledda, che nel testo riesce a dare nuova vita a questo importante personaggio femminile.Grazia Deledda (1871-1936) è stata una scrittrice italiana. Considerata una delle figure più importanti della narrativa del Bel Paese, nel 1926 vinse il Nobel per la letteratura, seconda donna e prima italiana a vincere il prestigioso premio. Tra le sue opere più importanti, molto spesso con l'amata Sardegna come sfondo, ricordiamo "Canne al vento", "La madre", "La via del male", "Cenere", "Elias Portolu".

Lollo lever ett utsvävande singelliv på krogen och Tinder där hon träffar den ena snubben efter den andra. Ingen av killarna fastnar och hon har tröttnat på att vakna upp med ångesten växande i bröstet efter ännu en illa vald sexpartner. Är det verkligen så här livet ska vara? Hon börjar närma sig trettio och kan inte låta bli att blicka avundsjukt mot sin lillebror som har en säkrad framtid med kärnfamilj, hus och eget företag. Lollo har bestämt sig. Med fler gymbesök, mindre sprit och större fokus på jobbet ska hon ordna upp sitt liv. Men mest av allt vill hon finna kärleken.

Quando si fa sera, riposti gli orologi riparati negli astucci, pronti per essere riconsegnati l’indomani mattina ai proprietari, Zìmolo chiude la bottega di pietre e cuoio incastonata in fondo al vicolo. La chiude ed esce per strada, s’incammina verso una casa dove ad aspettarlo non ci sono figli né moglie. Alla sua età, ha ormai perso ogni speranza di compagnia e la notte, quando aspetta il sonno, gli piace raccontarsi di non pensarci neanche più di tanto.Nel tragitto verso casa si ferma davanti a una palazzina rossa in mattoni che nasconde, dentro le proprie mura, anime di ragazze sole come lui, nonostante i clienti giornalieri. Donne giovani eppure già prive di futuro. Angela è una di loro, ventenne madre di un bambino di padre senza volto. Zìmolo vorrebbe aiutarla, ma Angela, chiusa nella propria diffidenza e solitudine, ha difficoltà a fidarsi ancora una volta di un uomo.In questo romanzo lievemente illuminato, la malinconia segnerà lo scorrere delle pagine e donerà alla lettura un’atmosfera soffusa che sa di crepuscolo e di colla di orologi, colorando Zìmolo, mastro orologiaio, di un alone di solitudine e tristezza.Umberto Fracchia (1889-1930) è stato uno scrittore italiano. Raggiunta la fama letteraria con il romanzo 'Angela', scritto nell’ultimo decennio di vita, le sue abilità di narratore verranno addirittura paragonate a quelle di Verga. Scrittore di personaggi solitari, le sue opere sono tutte offuscate da una nebbia di malinconia.

La nueva revelación de la instapoesía. Diáspora y empoderamiento en estado puro.Con más de cuatro millones de ejemplares vendidos y traducida a más de cuarenta idiomas, Upile Chilsala está considerada por Elle, Vogue y el Huffington Post como una de las voces revelación de la prosa poética.Este es el primer libro de prosa poética de la escritora malaui Upile Chisala. En él, la autora explora el yo, la alegría, el género, los asuntos del corazón, la experiencia de la diáspora, la espiritualidad y, sobre todo, aquello que nos hace sobrevivir. Una prosa poética que se convierte en un viaje de sanación compartido.

Chi ama Marcel Proust non potrà fare a meno di immergersi nelle dense atmosfere di questi suoi racconti giovanili, selezionati appositamente da "I piaceri e i giorni" (1896). La raccolta consta di sei storie, vere e proprie istantanee sugli aspetti più vividi del sentire umano... I personaggi sperimentano l’amore come un precipizio di corruzione (Violante o la mondanità, La confessione di una ragazza) o come la sofferenza del non essere ricambiati (Malinconica villeggiatura di Madame de Breyves, L’indifferente). L’attesa della morte si trasforma ora in edonismo, ora in disperazione (La morte di Baldassare Silvande) mentre la gelosia – in un rovesciamento di cliché che ha del geniale – può finire all’improvviso, proprio come un amore (La fine della gelosia). Ciascuno di questi racconti, insomma, offre una godibilissima anticipazione dei grandi temi che Proust svilupperà nel suo romanzo-fiume, la Recherche...Questo audiolibro è stato realizzato in collaborazione con Edizioni Clichy.Marcel Proust (1871-1922) nasce a Parigi in una famiglia dell’alta borghesia di Illiers. Diplomatosi brillantemente al Liceo Condorcet (1889), si arruola volontario nel 76° Reggimento di fanteria, di stanza ad Orléans. Tuttavia, a causa di una forte asma cronica, dovrà rinunciare alla carriera militare, laureandosi in legge nel 1893. Proust manifesta, fin da giovane, un interesse prioritario per la letteratura e per la sfavillante vita sociale della Belle Époque. A partire dal 1895 pubblica i primi lavori, distinguendosi inoltre come traduttore di Ruskin. È però fra il 1909 e il 1922, che Proust lavora al suo capolavoro: "Alla ricerca del tempo perduto". Raccolta in sette volumi, con i suoi circa nove milioni di caratteri, l’opera figura nel Guinness dei Primati come il romanzo più lungo di sempre.

”Lige straks faldt det mig slet ikke ind, at jeg selv kunne tage mig af dette stakkels, forladte væsen; men efter at jeg havde bedt til Gud – eller for at være helt nøjagtig – mens jeg lå på knæ mellem nabokonen og den lille tjenestepige, der begge knælede ved sengens hovedgærde, og bad en bøn, havde jeg pludselig fornemmelsen af at Gud lagde et hverv hen til mig, og at jeg ikke kunne unddrage mig det uden at være fej.”En fransk landsbypræst bliver kaldt ud til et dødsfald langt fra lands lov og ret. Her finder han en ung pige, der lader til at være både blind og stum. Hun er sidste overlevende slægtning af den afdøde kone, og nabokonen gør klar til at aflevere hende på asylet. Kaldet af Gud tager han pigen til sig og beslutter mod sin kones vilje at lade hende bo hos dem som et af deres egne børn. Han vil lære hende verden og alle dens gode sider at kende. Lidt for lidt begynder pigen at finde sig til rette i præstefamilien og åbne sig for omverdenen. Efterhånden går det op for præsten, at hans kærlighed til hende ikke blot er som en fader for sin datter eller en præst for sit sognebarn, men langt farligere og dybere end som så.I ”Pastoralesymfonien” afbilleder André Gide den indre strid mellem et menneskes ægte følelser og de indgraverede værdier og normer, der afholder ham fra at følge sine længsler. Bogen udkom første gang i 1919.Franskmanden André Gide (1869-1951) var en af sin tids vigtigste forfattere. I 1947 modtog han Nobelprisen i litteratur. I 1891 udkom hans første roman "André Walters dagbøger", som gav ham adgang til de parisiske symbolistkredse omkring Mallarmé. Han opnåede litterær berømmelse primært som romanforfatter og dagbogsforfatter.

Il "fantasma dalle ali dorate" non è altro che la bestia del gioco d’azzardo. E non c’è nessuno, probabilmente, che lo conosca meglio del falso colonnello Arturo Tavera, ossessionato dall’idea di vincere finalmente alla roulette applicando i propri metodi "scientifici". Ma Monte Carlo non regala niente, e l’orizzonte della provvidenziale vincita sembra rimanere costantemente al di fuori della portata di Tavera. La realtà della sua vita, di fatto, è più che altro quella della miseria. Ricoperto di debiti, l’uomo deve ridursi a dare in sposa l’amata figlia al ricco indiano Giovanni Espinosa, che ha ben trent’anni più di lei. Un romanzo toccante, dalla prosa vivida e dai contorni drammatici, che spiazza per la sua estrema modernità...Vicente Blasco Ibáñez (1867-1928) nasce a Valencia da una famiglia di commercianti aragonesi. Seppur laureato in legge, non eserciterà mai la professione forense, preferendo di gran lunga dedicarsi alla letteratura, alle avventure sentimentali e, soprattutto, alla politica. Egli è infatti attivo, fin da giovane, nel fronte repubblicano, finendo più volte vittima della censura monarchica e cadendo anche in un’imboscata quasi fatale. Grande estimatore di Miguel Cervantes, Ibáñez si contraddistingue per una prosa energica, che dà ai suoi molti lavori, fra romanzi, racconti e reportage di viaggio, una solida fama anche a livello internazionale. Alcune sue opere, come "Sangue e arena" e "I quattro cavalieri dell’Apocalisse", vedranno anche delle trasposizioni cinematografiche. È noto, inoltre, per aver corretto il testo di "Noli me tangere", capolavoro del coevo autore filippino José Rizal.

Tutto inizia con la morte di Basilio Barcai, un piccolo possidente terriero. Basilio muore lasciando solo un figlio illegittimo, Salvatore. Per questo sarà suo fratello Zebedeo a occuparsi dei beni e dell'eredità che Basilio ha lasciato in sospeso. Zebedeo però nasconde il testamento per mantenere all’interno della propria famiglia l’eredità che spetterebbe invece al nipote Salvatore. L’uomo non riuscirà a liberarsi del senso di colpa per quello che ha fatto e per questo si offrirà di sostenere economicamente l'amante del fratello e il figlio nato dalla loro relazione, ma non confesserà mai il suo misfatto.Grazia Deledda (1871-1936) è stata una scrittrice italiana. Considerata una delle figure più importanti della narrativa del Bel Paese, nel 1926 vinse il Nobel per la letteratura, seconda donna e prima italiana a vincere il prestigioso premio. Tra le sue opere più importanti, molto spesso con l'amata Sardegna come sfondo, ricordiamo "Canne al vento", "La madre", "La via del male", "Cenere", "Elias Portolu".

Ne 'Il tesoro' di Grazia Deledda emergono le tematiche che saranno una costante nelle opere dell’autrice: il peso delle tradizioni, il legame familiare, la violenza dei sentimenti e la natura. Nel romanzo si racconta di un tesoro nascosto in Sardegna – una cassa contenente migliaia di Luigi d'oro – e di due famiglie, i Brindis e i Bancu. Ma il vero oggetto della storia, il vero tesoro narrativo, sono forse le vicende delle due famiglie, unite dalla speranza di arricchirsi per cambiare vita. Emergono così intricati e tormentati intrecci sentimentali e amori segnati dall'impossibilità del loro avverarsi.Grazia Deledda (1871-1936) è stata una scrittrice italiana. Considerata una delle figure più importanti della letteratura italiana, vinse il Nobel per la letteratura nel 1926, seconda donna e prima italiana a vincere il prestigioso premio. Tra le sue opere più importanti, spesso ambientate in Sardegna, ricordiamo 'Canne al vento', 'La madre', 'La via del male', 'Cenere' e 'Elias Portolu'.

La signora Noemi Davila, benestante vedova di mezz’età, proprietaria di uno stabile nel centro di Roma, vive nel ricordo del marito defunto. Franco Franci, giovane avvocato, innamorato della vedova, prende coscienza del suo matrimonio fallimentare con Pia Decobra. Dopo il suicidio della moglie, Franco diviene il suo erede; l’uomo – in preda a uno straziante senso di colpa – spenderà ogni energia per esaudire un desiderio di Pia: costruire un argine che protegga le campagne circostanti il suo paese natale dalle periodiche e devastanti straripamenti del fiume.Grazia Deledda (1871-1936) è stata una scrittrice italiana. Considerata una delle figure più importanti della narrativa del Bel Paese, nel 1926 vinse il Nobel per la letteratura, seconda donna e prima italiana a vincere il prestigioso premio. Tra le sue opere più importanti, molto spesso con l'amata Sardegna come sfondo, ricordiamo "Canne al vento", "La madre", "La via del male", "Cenere", "Elias Portolu".

Arvid Anselms liv har ikke været fyldt med store oplevelser, men derimod er det flydt over af store tanker og følelser. Den ældre mand ser tilbage på sit liv med dets sorger, hans tungsind og de glæder, der også har tilsmilet ham. Angsten fik han med fra barndommen, hvor han levede i frygt for sin distancerede far, og sorgen oplevede han første gang, da hans sørgmodige mor gav efter for sygdom og døde, da han var lille."Den evige higen" er fyldt med filosofiske guldkorn og spændende overvejelser over almenmenneskelige problematikker, som også er relevante og nærværende i vor egen tid.Edvard Søderberg (1869-1906) skrev en lang række socialrealistiske romaner, skuespil og digte og skildrede med uhyggelig selvoplevet detaljerigdom forholdene for de fattige, fordrukne og arbejdsløse i Københavns slumkvarterer.

"Il nonno" è una raccolta di dodici racconti. I personaggi di queste pagine si trovano disorientati di fronte alla tecnologia che avanza, sono alle prese con il divorzio, si confrontano con la nostalgia e la separazione da casa, l’inurbamento dei provinciali e lo spaesamento nella città. Emergono casi di singoli individui portatori di un malessere e di un disagio comuni a chi sta città, ma anche a chi sta in campagna e a chi vive nelle isole.Grazia Deledda (1871-1936) è stata una scrittrice italiana. Considerata una delle figure più importanti della narrativa del Bel Paese, nel 1926 vinse il Nobel per la letteratura, seconda donna e prima italiana a vincere il prestigioso premio. Tra le sue opere più importanti, molto spesso con l'amata Sardegna come sfondo, ricordiamo "Canne al vento", "La madre", "La via del male", "Cenere", "Elias Portolu".

Ritiratosi in un lungo ozio creativo, assorbito dai suoi amati studi di anglistica e dalla collaborazione col Touring Club Italiano (rinominato, sotto la spinta ultranazionalista del regime, "Consociazione Turistica Italiana"), Carlo Linati ha vissuto i suoi ultimi anni tenendosi ben lontano dalla società, ai suoi occhi ormai precipitata nella follia. È in questa fase della sua opera – coeva al disincanto espresso in "Decadenza del vizio e altri pretesti" – che si colloca dunque "Arrivi" (1944): una preziosa raccolta di racconti, impressioni e lucide considerazioni che Linati fa sfoggiando un umorismo irresistibile, che a tratti ricorda quella stessa letteratura inglese di cui egli fu un sensibilissimo traduttore e critico.Carlo Linati (1878-1949) nasce a Como da una famiglia originaria di Gravedona. Laureatosi in legge all’Università di Parma (1906), esercita brevemente la professione di avvocato a Milano. In quegli stessi anni inizia ad ottenere un certo successo anche come scrittore, dapprima con la stesura di racconti e romanzi allegorici, poi, soprattutto, con i suoi celebri resoconti di viaggio: collaborando col Touring Club Italiano, Linati girerà infatti l’Europa con i più svariati mezzi, pubblicando vari reportage sulle principali testate italiane. Estremamente legato alla sua terra – celebrata in romanzi come, ad esempio, "Cantalupa" – Linati si distingue anche come brillante traduttore di James Joyce, con cui intrattenne un lungo rapporto di amicizia.