Klassisk lyrik skrevet før det 20. århundrede

«Antología ecuatoriana: cantares del pueblo ecuatoriano» es una recopilación crítica de poemas y canciones populares compilada por el escritor y académico Juan León Mera. Esta obra es una valiosa muestra del saber popular y de la literatura oral de Ecuador, con un estudio preliminar y notas críticas de un miembro de la Real Academia Española.Juan León Mera Martínez (1832-1894) fue un ensayista, novelista, político y pintor ecuatoriano. Es conocido por ser, junto con Antonio Neumane, el autor de la letra del himno nacional de Ecuador. También fue uno de los fundadores de la Academia Ecuatoriana de la Lengua y miembro de la Real Academia Española. Su novela «Cumandá» es considerada precursora de la novela ecuatoriana.

If you only know Robert Louis Stevenson as the author of "Treasure Island", "Underwoods" will surprise and delight. It collects over 50 of his poems, written in both English and Scots (one of the native languages of Scotland). Most are written in rhyme, and offer elegiac tributes to people and places, or moving reflections on his struggles with illness.Among them are poems dedicated to Stevenson’s famous friends, such as the writers Henry James and W. E. Henley. And the beautiful "Requiem", which Stevenson chose to adorn his own tombstone.Robert Louis Stevenson (1850–1894) was a Scottish novelist, poet and travel writer. Born in Edinburgh, he suffered from severe health issues for most of his life. Despite this, he still managed to produce some of the century’s most famous stories. These include the classic adventure "Treasure Island" and the horror novella "The Strange Case of Dr. Jekyll and Mr. Hyde".Stevenson’s last years were spent on the Samoan island of Upolo, where he became an advocate for Samoan rights. He died in his home of a brain haemorrhage and was buried on the island’s Mount Vaea.

Met de dichtkunst wilde Van Duyse de lezer duidelijk maken dat de taal vormend is, het maakt iemand tot wie hij is. Daardoor is het verloochenen van taal een afvalling aan het volk, waarmee duidelijk wordt dat je over geen manieren beschikt en in het ergste geval volgt er zelfs onderdrukking. Dit was de boodschap die van Duyse vurig probeerde over te brengen in de tijd dat de Vlaamse taal in het verval kwam en voornamelijk het Frans werd gebruikt in de hogere kringen. Na de Belgische Revolutie produceerde van Duyse vele gedichten ter verdediging van de cultuureenheid tussen Noord en Zuid, om zo het Vlaamse taal- en volksbewustzijn te stimuleren of diens geschiedenis te romantiseren. In 'Vaderlandsche Poëzy' (1840) zien we deze elementen terug, zowel boodschap over de kracht van taal alsmede een uiteenzetting over zijn Vlaamse overtuiging. 'Vaderlandsche Poëzy' is een dichtbundel en bestaat uit drie delen. Dit is deel drie.Prudens van Duyse (1804-1859) was een prominent figuur in de vorming van de Vlaamse literatuur na 1830 en vanaf 1838 stadsarchivaris van Gent. Hij produceerde op rap tempo honderden gedichten en was daarnaast werkzaam als onder andere filoloog, componist en historicus. Van Duyse was sterk van mening dat in poëzie het gevoel van de dichter centraal zou moeten staan, wat terug te zien is in zijn dichtkunst. Dichters waren volgens hem bijzondere mensen, met een talent waarover slechts weinigen beschikken. Van Duyse werd vooral beroemd door zijn dichtbundels zoals 'Vaderlandsche Poëzy' (1840), maar ook met langere dichtwerken zoals 'Jacob van Artevelde' (1859) en 'Natalia' (1842).

‘Vorstin van Vlaenderen, ontfang myn groet vol blyheid!’ is de openingszin van 'Jacob van Artevelde , episch verhael in acht zangen' (1859) door Prudens Van Duyse. Een zin die veel sentiment droeg in 1859 toen er veel over Artevelde werd geschreven, maar waar vandaag menig Vlaming weinig bekoring voor voelt. Jacob van Artevelde is vooral bekend geworden als Gents opstandleider en hij wordt nog steeds gezien als volksheld. Het dichtwerk wat van Duyse over hem schreef werd erg goed ontvangen door critici en van Duyse ontving er de vijfjaarlijkse staatsprijs voor Vlaamse letterkunde mee. Het is één van de bekendste dichtwerken van van Duyse.Prudens van Duyse (1804-1859) was een prominent figuur in de vorming van de Vlaamse literatuur na 1830 en vanaf 1838 stadsarchivaris van Gent. Hij produceerde op rap tempo honderden gedichten en was daarnaast werkzaam als onder andere filoloog, componist en historicus. Van Duyse was sterk van mening dat in poëzie het gevoel van de dichter centraal zou moeten staan, wat terug te zien is in zijn dichtkunst. Dichters waren volgens hem bijzondere mensen, met een talent waarover slechts weinigen beschikken. Van Duyse werd vooral beroemd door zijn dichtbundels zoals 'Vaderlandsche Poëzy' (1840), maar ook met langere dichtwerken zoals 'Jacob van Artevelde' (1859) en 'Natalia' (1842).

Met de dichtkunst wilde Van Duyse de lezer duidelijk maken dat de taal vormend is, het maakt iemand tot wie hij is. Daardoor is het verloochenen van taal een afvalling aan het volk, waarmee duidelijk wordt dat je over geen manieren beschikt en in het ergste geval volgt er zelfs onderdrukking. Dit was de boodschap die van Duyse vurig probeerde over te brengen in de tijd dat de Vlaamse taal in het verval kwam en voornamelijk het Frans werd gebruikt in de hogere kringen. Na de Belgische Revolutie produceerde van Duyse vele gedichten ter verdediging van de cultuureenheid tussen Noord en Zuid, om zo het Vlaamse taal- en volksbewustzijn te stimuleren of diens geschiedenis te romantiseren. In 'Vaderlandsche Poëzy' (1840) zien we deze elementen terug, zowel boodschap over de kracht van taal alsmede een uiteenzetting over zijn Vlaamse overtuiging. 'Vaderlandsche Poëzy' is een dichtbundel en bestaat uit drie delen. Dit is deel twee.Prudens van Duyse (1804-1859) was een prominent figuur in de vorming van de Vlaamse literatuur na 1830 en vanaf 1838 stadsarchivaris van Gent. Hij produceerde op rap tempo honderden gedichten en was daarnaast werkzaam als onder andere filoloog, componist en historicus. Van Duyse was sterk van mening dat in poëzie het gevoel van de dichter centraal zou moeten staan, wat terug te zien is in zijn dichtkunst. Dichters waren volgens hem bijzondere mensen, met een talent waarover slechts weinigen beschikken. Van Duyse werd vooral beroemd door zijn dichtbundels zoals 'Vaderlandsche Poëzy' (1840), maar ook met langere dichtwerken zoals 'Jacob van Artevelde' (1859) en 'Natalia' (1842).

Met de dichtkunst wilde Van Duyse de lezer duidelijk maken dat de taal vormend is, het maakt iemand tot wie hij is. Daardoor is het verloochenen van taal een afvalling aan het volk, waarmee duidelijk wordt dat je over geen manieren beschikt en in het ergste geval volgt er zelfs onderdrukking. Dit was de boodschap die van Duyse vurig probeerde over te brengen in de tijd dat de Vlaamse taal in het verval kwam en voornamelijk het Frans werd gebruikt in de hogere kringen. Na de Belgische Revolutie produceerde van Duyse vele gedichten ter verdediging van de cultuureenheid tussen Noord en Zuid, om zo het Vlaamse taal- en volksbewustzijn te stimuleren of diens geschiedenis te romantiseren. In 'Vaderlandsche Poëzy' (1840) zien we deze elementen terug, zowel boodschap over de kracht van taal alsmede een uiteenzetting over zijn Vlaamse overtuiging. 'Vaderlandsche Poëzy' is een dichtbundel en bestaat uit drie delen. Dit is deel één.Prudens van Duyse (1804-1859) was een prominent figuur in de vorming van de Vlaamse literatuur na 1830 en vanaf 1838 stadsarchivaris van Gent. Hij produceerde op rap tempo honderden gedichten en was daarnaast werkzaam als onder andere filoloog, componist en historicus. Van Duyse was sterk van mening dat in poëzie het gevoel van de dichter centraal zou moeten staan, wat terug te zien is in zijn dichtkunst. Dichters waren volgens hem bijzondere mensen, met een talent waarover slechts weinigen beschikken. Van Duyse werd vooral beroemd door zijn dichtbundels zoals 'Vaderlandsche Poëzy' (1840), maar ook met langere dichtwerken zoals 'Jacob van Artevelde' (1859) en 'Natalia' (1842).

Colección completa de las obras de Moratín, compuestas por sus comedias, sus traducciones y su poesía, sus discursos y otros textos. Este libro, en cuya edición participó el propio autor, es la mejor entrada al teatro neoclásico en España, de mano de uno de los dramaturgos más importantes de su época.El tomo seis de esta colección está dedicado a la lírica. Moratín dedicó gran parte de su vida a la poesía y en este volumen se recopilan todas sus obras: más de cien poemas, nueve epístolas, doce odas, además de sonetos, romances y otras composiciones diversas.Leandro Fernández de Moratín (1760-1828) fue un dramaturgo y poeta madrileño. Su padre, también escritor, lo crio en un ambiente literario. Eso, sumado a su timidez provocada por una enfermedad temprana, hizo que Fernández de Moratín se centrara en las letras desde pequeño. Después de ganar algunos certámenes poéticos, obtuvo un puesto de secretario del conde Cabarrús y eso lo llevó de viaje a varios países europeos, aunque su preferido fue Francia. Amigo de Jovellanos y Goldoni, protegido de Godoy, Fernández de Moratín introdujo el teatro neoclásico francés en España. Además de su amplia obra, trabajó también como traductor de teatro de autores como Molière o Shakespeare.

Visioni oniriche e ricordi di viaggio. Pensieri e incubi. Considerazioni su un particolare momento storico e le sensazioni che ne scaturiscono. Un diario intimo e sopra le righe, come la vita dell’autore. Una raccolta scritta in prosimetro – che contiene quindi parti in versi e parti in prosa – anomala, futuristica e suggestiva.Dino Carlo Giuseppe Campana (1885 – 1932) è stato un poeta italiano. Ebbe una vita travagliata segnata da ripetuti internamenti in manicomio. Tra il 1912 e il 1913 frequentò i gruppi di goliardi e alcuni appassionati di letteratura. Fu proprio su fogli pubblicati dai goliardi bolognesi che uscirono le sue prime poesie: quattro testi che vennero poi, una volta rielaborati, inclusi nei "Canti Orfici" (1914), opera unica dell'autore, chiamata così in riferimento alla figura mitologica di Orfeo, il primo poeta-musicista.

Col suo grande poema cavalleresco, Boiardo ha saputo fondere il gusto cortese per le gesta dei Paladini con l’erudizione dell’Umanesimo maturo, confezionando un’opera che, nonostante sia stata oscurata dal successo dell’ariostesco "Orlando furioso" (suo debitore), ha mantenuto intatto il suo fascino cristallino. Alla corte di Carlo Magno si presenta Angelica, bellissima principessa del Catai, in cerca di aiuto contro i propri nemici. Basterebbe questa premessa, per far capire a chi legge che le intricate vicissitudini amorose di Orlando e Rinaldo – fra loro cugini e considerati i migliori cavalieri dell’imperatore – non si limiteranno qui a qualche banale scaramuccia. No, la sterminata fantasia di Boiardo ci trascinerà invece molto lontano dalla Francia: in un Estremo Oriente fiabesco in cui non mancheranno intrighi, incantesimi e mostri sovrumani...Matteo Maria Boiardo (1441-1494) nasce nella contea di Scandiano, in Emilia Romagna, infeudata alla sua famiglia da diverse generazioni. Cresciuto a Ferrara, nel 1451 rimane orfano di padre e torna alla città di origine, sotto la tutela dell’amato nonno Feltrino. È proprio quest’ultimo, umanista appassionato, ad assicurargli la più adeguata formazione. Nel 1461 Boiardo entra nella corte ferrarese di Borso d’Este, trascorrendo i successivi anni fra Roma e le varie corti tenute dalla dinastia (quella di Modena e di Reggio) e affermandosi come letterato. In quegli stessi anni firma le sue opere più note: "Amorum Libri Tres" (1476), "Le pastorali" (1484)" e, soprattutto, "Orlando innamorato", la cui versione completa uscirà postuma, nel 1495.

In deze uitgebreide bundel zijn de mooiste werken van de Vlaamse dichter Guido Gezelle verzameld. Gezelle schreef gedichten die raken aan de essentie van het menselijk bestaan: liefde, religie en natuur. Bekende werken als 'Dien avond en die Rooze', 'Het schrijverke' en 'Als de ziel luistert', zullen door menig poëzie liefhebber gewaardeerd worden.Guido Gezelle (1830-1899) was een bekende Vlaamse priester, taalwetenschapper en dichter. Naast gedichten schreef hij ook wetenschappelijke artikelen en journalistieke werken.

A.C. Meyers sange fra 1894 omhandler arbejderklassens vilkår, socialismen i slutningen af 1800-tallets Danmark og håbet for en bedre og mere retfærdig fremtid for samfundets svageste. Sangene stråler af gåpåmod, viljestyrke, retfærdighedsfølelse og håb om reformer af de klasseopdelte samfund.A.C. Meyer (1858-1938) var dansk stukkatør, socialdemokrat, journalist, forfatter og politiker. Fra barnsben lærte han fattigdommens vilkår at kende, og fra sit hjem på Nørrebro i København overværede han arbejdernes kamp for bedre vilkår. Konfrontationen mellem politi og arbejdere under Slaget på Fælleden i 1872 gjorde stort indtryk på den unge Meyer, og allerede som ung lærling på en symaskinefabrik holdt han sine første politiske taler. Han blev hurtigt en del af fagbevægelsen og siden medlem af Socialdemokratiet, hvor han arbejdede som journalist for partiets dagblad Social-Demokraten. I 1895 blev han valgt til Folketinget, hvor han sad frem til 1932. Gennem hele sit liv og politiske virke var han stærkt optaget af at forbedre forholdene for fattige og især nødlidende børn og grundlagde derfor hjælpeorganisationen Børnenes Kontor i slutningen af 1890'erne. Børnenes Kontor eksisterer stadig og uddeler beklædnings- og fødevarehjælp til værdigt trængende børn.

Ironia i dystans są efektowne, ale w życiu codziennym mało skuteczne.Bohater poematu to typowy romantyk - swoją wiedzę o świecie i relacjach czerpie z utworów literackich, jest programowo nieszczęśliwy i wszystko traktuje z dystansem. Zawiedziony wielkim światem postanawia wyjechać na prowincję, by tu nawiązać autentyczne więzi. Wyniosłość Eugeniusza nie przypadnie jednak do gustu nowym sąsiadom, a nawet doprowadzi do śmiertelnego konfliktu. W tym ponurym pejzażu rozbłyśnie szczere uczucie wiejskiej szlachcianki, Tatiany. Czy Oniegin pójdzie za tym światłem?Na kanwie poematu Piotr Czajkowski zrealizował operę pod tym samym tytułem.Pozycja obowiązkowa dla miłośników opowieści o bohaterach romantycznych kreślonych przez Johanna Wolfganga Goethego czy Adama Mickiewicza.Aleksander Siergiejewicz Puszkin (1799-1837) - jeden z najwybitniejszych przedstawicieli rosyjskiego romantyzmu, prozaik, dramaturg i poeta. Uznawany za znakomitego reformatora języka literackiego w Rosji - jego postulaty tyczyły się włączenia potocznych sformułowań oraz zapożyczeń z innych gatunków do literatury. Zginął jako bohater - bohater swojej żony, raniony w pojedynku o honor ukochanej. Do jego najsłynniejszych dzieł należą zbiory liryków, a także poematy "Eugeniusz Oniegin" i "Jeździec miedziany".

La "Gerusalemme liberata", composta da ben quindicimila endecasillabi e costata all’autore sedici anni di lavoro febbrile e di timori per la censura, è uno dei maggiori capolavori della letteratura italiana. Ambientato in Terrasanta ai tempi della I Crociata (1096-1099), il poema vede come protagonista principale Goffredo di Buglione – condottiero storicamente esistito – al comando di cavalieri valorosi e fedeli come Rinaldo e Tancredi. Gerusalemme, governata dal sovrano Aladino, è difesa a sua volta da prodi soldati, fra cui spiccano le due guerriere Argante e Clorinda.In un tripudio di battaglie epiche, scontri magici e interventi demoniaci, il poema finisce col restituire non solo una storia meravigliosa e dal fascino eterno, ma anche l’affresco delle fantasie, delle pulsioni e delle paure di un grande poeta italiano come Torquato Tasso, costretto, suo malgrado, a misurarsi con l’arida temperie controriformistica della sua epoca.Torquato Tasso (1544-1595) nasce a Sorrento dal poeta bergamasco Bernardo. Dopo aver vissuto a Napoli con la madre e le sorelle, attorno ai dieci anni raggiunge il padre a Roma. Educato alle dispute letterarie e alla vita di corte, trascorre anni di studio a Padova e a Bologna, rinunciando presto alla carriera giuridica per dedicarsi alla poesia. Nel 1565 si apre forse la parentesi più bella della sua vita, quando è ammesso alla corte ferrarese di Alfonso II d’Este: qui, infatti, comporrà le sue opere più famose, l'"Aminta" e la "Gerusalemme liberata". In un’epoca segnata dall’oscurantismo religioso – e forse in virtù di un disturbo psicologico mai precisato – il poeta inizia ben presto a manifestare segni di paranoia, rivolgendosi più volte, spontaneamente, all’Inquisizione. Rinchiuso per ben sette anni nell’ospedale di Sant’Anna, dal 1586 trascorre frenetici anni di viaggio, fino a quando, poco prima di ricevere l’incoronazione a poeta in Campidoglio, si ritira nel convento romano di Sant’Onofrio, dove muore a soli cinquantun anni.

Fra i carmi più celebri in assoluto della storia letteraria italiana, "Dei sepolcri" rappresenta un manifesto della poetica e dell’indole personale di Ugo Foscolo. Composto fra l’estate e l’autunno del 1806, durante il soggiorno bresciano del poeta, esso prende polemicamente le mosse da quanto emanato nell’Editto di Saint Cloud (1804), in quello stesso anno esteso anche ai territori del Regno d’Italia napoleonico. In esso si stabiliva l’obbligo di seppellire i defunti in luoghi posti all’esterno degli abitati, in zone salubri e senza la discriminazione sociale rappresentata dalle iscrizioni. Rifacendosi all’esempio della basilica fiorentina di Santa Croce, invece, Foscolo individua nei cimiteri un luogo non solo sacrale, ma anche necessario ad ispirare alla società le più alte virtù.Un classico intramontabile della letteratura italiana.Niccolò Foscolo (1778-1827) nasce nell’isola ionica di Zante. Trasferitosi da Spalato a Venezia, assisterà personalmente alla caduta della millenaria Serenissima Repubblica. Muovendosi fra i salotti letterari e le biblioteche, Ugo – come sceglie di farsi chiamare – si interessa ben presto alla politica, restando profondamente deluso dal Trattato di Campoformio, con cui Napoleone cede Venezia agli austriaci. Ciononostante, animato da fermi ideali repubblicani, si arruola volontario nelle armate rivoluzionarie, combattendo sul Trebbia e a Genova. Considerato uno dei capostipiti italiani del classicismo e del romanticismo, è autore di opere fondamentali della letteratura nostrana, sia in versi che in prosa: dal romanzo "Le ultime lettere di Jacopo Ortis" alla tragedia "Tieste". Perseguitato dalla polizia asburgica, morirà, esule e povero, a Londra. Le sue ceneri saranno traslate a Firenze, nel 1871, in ossequio al suo celeberrimo carme "Dei Sepolcri".

Leggendo questi dodici sonetti – tutti composti entro il 1803 – ci si può fare un’idea completa di chi fosse Ugo Foscolo e quali fossero gli ideali che lo spingevano a vivere e a scrivere. Godendo della bellezza immortale di alcuni fra i suoi più indiscussi capolavori ("Alla sera", "A Zacinto", "Solcata ho fronte") vi si possono individuare le più tipiche atmosfere e tematiche: dal materialismo al razionalismo, passando per il pessimismo ateistico e il patriottismo più sentito. La struggente "In morte del fratello Giovanni", oltre a richiamare esplicitamente il modello latino Catullo, è l’ennesimo esempio di quanto la poesia di Foscolo resti sempre accessibile e, soprattutto, godibile, anche a chi la legga a distanza di oltre due secoli.Niccolò Foscolo (1778-1827) nasce nell’isola ionica di Zante. Trasferitosi da Spalato a Venezia, assisterà personalmente alla caduta della millenaria Serenissima Repubblica. Muovendosi fra i salotti letterari e le biblioteche, Ugo – come sceglie di farsi chiamare – si interessa ben presto alla politica, restando profondamente deluso dal Trattato di Campoformio, con cui Napoleone cede Venezia agli austriaci. Ciononostante, animato da fermi ideali repubblicani, si arruola volontario nelle armate rivoluzionarie, combattendo sul Trebbia e a Genova. Considerato uno dei capostipiti italiani del classicismo e del romanticismo, è autore di opere fondamentali della letteratura nostrana, sia in versi che in prosa: dal romanzo "Le ultime lettere di Jacopo Ortis" alla tragedia "Tieste". Perseguitato dalla polizia asburgica, morirà, esule e povero, a Londra. Le sue ceneri saranno traslate a Firenze, nel 1871, in ossequio al suo celeberrimo carme "Dei Sepolcri".

Als de jonge Jacques Perk tijdens een vakantie in de Belgische Ardennen Mathilde Thomas ontmoet, inspireert deze eerste liefde hem tot een reeks sonnetten die de literatuurgeschiedenis in zal gaan. Hij ordent ze tot een zogenaamde ‘krans’. In het oudste handschrift bestaat "Mathilde" uit 100 sonnetten. Het thema is de geleidelijke bewustwording van het dichterschap onder invloed van de natuur en de schoonheid van een vrouw. De krans is opgebouwd als een klassiek drama, waarin de liefde de mens zowel optilt en laat zweven, maar hem ook genadeloos weer neersmakt in de bitterheid van het verlies.Jacques Perk (1859-1881) was een groot poëtisch talent, dat vroeg werd erkend (critici vergeleken hem met Dante) en toch niet de kans kreeg om zich te ontwikkelen, omdat hij al op zijn 22ste stierf aan tuberculose. Zijn nalatenschap werd door vriend en collega Willem Kloos van een inleiding voorzien en gepresenteerd als wat poëzie op dat moment moést zijn. Perks werk werd daardoor de aankondiging van de Tachtigers, de beweging van romanschrijvers en dichters die door Willem Kloos gedefinieerd zou worden.

Het studentenleven is zwaar voor dichter-student Piet Paaltjens. Heel zwaar. Hij besluit om zijn verdriet en frustratie te verwoorden op een manier zoals hij dat het beste kan: via poëzie.Bijzondere en soms onvoorstelbare situaties doen zich voor in de gedichten van Paaltjens, met name op liefdesgebied beschrijft hij gevoelens op humoristische maar ook realistische wijze. ‘Snikken en grimlachjes’ (1867) is een van de bekendste werken van Piet Paaltjens, het pseudoniem van schrijver François Haverschmidt. Een must-read voor alle liefhebbers van (klassieke) poëzie.François Haverschmidt (1835-1894) was een Nederlandse dichter en predikant. De meeste mensen zullen hem kennen als 'Piet Paaltjens', het pseudoniem dat hij gebruikte voor een van zijn meest bekende werken 'Snikken en grimlachjes' (1867).

A.C. Meyers digte fra 1896 omhandler en lang række vidt forskellige aspekter af livet, som alle optog den sammensatte og passionerede politiker og digter. Digte om kærlighed, social uretfærdighed, politik og barndom står side om side med lejlighedsdigte om de politiske begivenheder, der fyldte så meget i hans kamp for Socialdemokratiet.A.C. Meyer (1858-1938) var dansk stukkatør, socialdemokrat, journalist, forfatter og politiker. Fra barnsben lærte han fattigdommens vilkår at kende, og fra sit hjem på Nørrebro i København overværede han arbejdernes kamp for bedre vilkår. Konfrontationen mellem politi og arbejdere under Slaget på Fælleden i 1872 gjorde stort indtryk på den unge Meyer, og allerede som ung lærling på en symaskinefabrik holdt han sine første politiske taler. Han blev hurtigt en del af fagbevægelsen og siden medlem af Socialdemokratiet, hvor han arbejdede som journalist for partiets dagblad Social-Demokraten. I 1895 blev han valgt til Folketinget, hvor han sad frem til 1932. Gennem hele sit liv og politiske virke var han stærkt optaget af at forbedre forholdene for fattige og især nødlidende børn og grundlagde derfor hjælpeorganisationen Børnenes Kontor i slutningen af 1890'erne. Børnenes Kontor eksisterer stadig og uddeler beklædnings- og fødevarehjælp til værdigt trængende børn.

Voordat hij zich waagde aan het schrijven van een roman (en meteen succes vond met "Eline Vere"!) dacht Louis Couperus dat zijn talent bij de poëzie lag. Zijn eerste publicatie, "Een lent van vaerzen" (lees: Een lint van verzen), was dan ook een dichtbundel. Zijn tijdgenoten maakten gehakt van de bundel, maar de aandachtige lezer merkt dat Couperus al in dit eerste boekje onmiskenbaar zichzelf is, geobsedeerd door liefde en ondergang, met een verlangen om in de huid van historische personages te kruipen. "Een lent van vaerzen" is niet het beste boek om Couperus te leren kennen, maar wel een intrigerend kleinood voor de fan.Louis Couperus (1863-1923) was een Nederlands romanschrijver, columnist en dichter. Hij is de auteur van verschillende onverwoestbare klassiekers: "Eline Vere" (een bestseller bij verschijnen), "Van oude menschen, de dingen, die voorbij gaan..." (verfilmd), "De stille kracht"... Hij woonde o.m. in Frankrijk en Italië en reisde de wereld rond. Of zijn romans zich nu afspelen in Den Haag of Djakarta, het heden of het oude Rome, het noodlot speelt altijd een grote rol. Couperus schreef in een meeslepende, emotionele stijl. Zijn verzameld werk bestrijkt vijftig boekdelen.

"Her i dette stille Stræde – .Her, i dette stille Stræde,hvor de mange ruder skinner,hvor bag Tegl og sorte TageAftenhimlens Purpur rinder –Her, naar Dagen er forgangen,vandrer jeg i Mørkningsstunden,kender alt igen og længesmod en Tid, som er forsvunden."Edvard Søderbergs digte tager os med tilbage til indre København omkring århundredskiftet og maner den særlige stemning af skønhed og hårdhed frem. Digtene emmer af nostalgi og portrætterer både gaderne, som de så ud på digterens tid, og den måde, han husker dem fra tidligere tider.Edvard Søderberg (1869-1906) skrev en lang række socialrealistiske romaner, skuespil og digte og skildrede med uhyggelig selvoplevet detaljerigdom forholdene for de fattige, fordrukne og arbejdsløse i Københavns slumkvarterer.

A.C. Meyers digte og sange omhandler alt fra den indre frihedstrang, som føles af mennesker uanset deres partifarve, religion eller sociale klasse, årstidernes skiften og naturens glæder og ikke mindst arbejdernes vilkår i en brydningstid, hvor mangt og meget var under forandring i det politiske liv såvel som i de sociale klasser.A.C. Meyer (1858-1938) var dansk stukkatør, socialdemokrat, journalist, forfatter og politiker. Fra barnsben lærte han fattigdommens vilkår at kende, og fra sit hjem på Nørrebro i København overværede han arbejdernes kamp for bedre vilkår. Konfrontationen mellem politi og arbejdere under Slaget på Fælleden i 1872 gjorde stort indtryk på den unge Meyer, og allerede som ung lærling på en symaskinefabrik holdt han sine første politiske taler. Han blev hurtigt en del af fagbevægelsen og siden medlem af Socialdemokratiet, hvor han arbejdede som journalist for partiets dagblad Social-Demokraten. I 1895 blev han valgt til Folketinget, hvor han sad frem til 1932. Gennem hele sit liv og politiske virke var han stærkt optaget af at forbedre forholdene for fattige og især nødlidende børn og grundlagde derfor hjælpeorganisationen Børnenes Kontor i slutningen af 1890'erne. Børnenes Kontor eksisterer stadig og uddeler beklædnings- og fødevarehjælp til værdigt trængende børn.

"Shall I compare thee to a summer's day? Thou art more lovely and more temperate..."It is one of the most memorable and memorised lines of poetry of all time. But there is no need to stop here because the beginning of one of William Shakespeare's sonnets is the entry point to a treasury of his great verse.'The Sonnets' contains 154 examples of the one-stanza, 14-line poems written by The Bard.They take you on a sweeping journey through themes including love, infidelity, mortality and destruction - and the previously barely-touched areas of homoeroticism and misogyny.As with his peerless plays, Shakespeare shows his unique gift for touching hearts and challenging minds.This is perfect for fans of T.S. Eliot's 'The Waste Land' and 'The Collected Poems of W. B. Yeats'.William Shakespeare (1564-1616) was an English playwright, poet and actor who is considered to be the world's greatest dramatist.He wrote 39 plays, 154 sonnets and three narrative poems. His plays are still performed more often than those of any other writer, living or dead.He invented more than 1,700 words that are in common use today, including frugal, gnarled, obscene and sanctimonious.Among his best-known plays are the comedies 'As You Like It' and 'Much Ado About Nothing', the histories 'Richard III' and 'Henry V' and the tragedies 'Hamlet' and 'Romeo and Juliet' which Baz Luhrmann brought to the big screen in the blockbuster hit starring Leonardo DiCaprio and Claire Danes.

The majority of the poems in this collection ‘The Poems and Verses’ are a classic collection of poetic works by Charles Dickens. They are brought together in this anthology after appearing in Dickens' other works, including ‘The Pickwick Papers’ and several plays that he wrote together with Wilkie Collins.Regarded by many as the greatest novelist of the Victorian era, Charles Dickens is best known for creating some of the world’s best known fictional characters who feature in his most popular novels, including The Artful Dodger in 'Oliver Twist’, Ebenezer Scrooge in ‘A Christmas Carol’, and Miss Havisham in ‘Great Expectations’. Dickens’ timeless novels and short stories are still widely read today and many have been adapted into countless TV programmes and films including the Academy Award-winning musical ‘Oliver’, and 'A Christmas Carol' which is well known worldwide and is a huge favourite movie for families to watch together at Christmas time.

Have you ever spent an evening in the English countryside and marveled at the beauty around you? In ‘The Pageant of Summer’, Victorian British author Richard Jefferies takes you on a poetic journey that examines all of the warmth and wonder of a bright summer’s evening. You will feel as if you are along for the ride as he describes the luscious green grass below and the light buzz of a dragonflies wings above your head. A type of nature meditation awaits as you dive into the world of Jeffries’ vivid imagery and imagination. Lovers of nature documentaries such as Sir David Attenborough’s 'Planet Earth' will enjoy this short relaxing read.Victorian English author Richard Jefferies is well known as a nature writer focusing on the British countryside. His works also include two well received books, one, a children’s book ‘Bevis’ (1882) as well as a sci-fi book 'After London’ (1885) among other works. Jefferies is regarded as a brilliant imagery creator, showing the world all of the wonder happening right in front of us that we have been too busy to stop and see.

De 18de-eeuwse kindergedichten Hieronymus van Alphen hebben eeuwenlang hun stempel gedrukt op de Nederlandse literatuur. Uit elk gedichtje konden kinderen iets leren, zoals: ze moeten zich vrolijk aan hun huiswerk zetten, ze moeten ongelukken vermijden door eerst kalm na te denken, ze mogen geen fruit uit andermans bomen stelen, ze moeten geloven in God, ze moeten eerlijk zijn... Ook de ouders kregen tips over een constructieve opvoeding, zonder bangmakerij of straffen.De gedichten geven nog steeds een realistisch beeld van opgroeien in Nederland in de 18de eeuw. Zo zijn er zelfs gedichten over hoe te reageren op een lijk. In een tijd waarin ziekte en dood altijd op de loer lagen, was dat geen nutteloze kennis voor kinderen. Een nog steeds vlot leesbaar tijdsdocument.Hieronymus van Alphen (1746-1830) schreef vrome poëzie voor volwassenen, kunsttheoretische en religieuze essays, maar hij maakte naam met zijn gedichten voor kinderen. In totaal schreef hij 66 gedichten, verspreid over drie bundels. De (voor zijn tijd) progressieve visie op het kind werd verwoord in eenvoudige gedichten die makkelijk te onthouden zijn. Tot in de 20ste eeuw leerden schoolkinderen "De pruimeboom" ("Jantje zag eens pruimen hangen / O! Als eijeren zo groot") uit het hoofd.

Discover the English writer of romantic poems, Christina Rossetti's extensive collection with this comprehensive anthology. Spanning ‘The Prince’s Progress’, following the story of a princess awaiting the return of her prince and ‘The Goblin Market’, the tale of Laura and Lizzie tempted with fruit by goblin merchants, Rossetti's delicate and swift prose is crafted to charm adults and children alike. Dealing with themes of female sexuality, patience and religion, Rossetti's ‘Poems’ are the perfect companion for fans of the Radio 4 podcast ‘In our Time’.Christina Rossetti (1830-1894) was an English writer of romantic, religious and children’s poems. Celebrated today as an inspiration for Virginia Woolf’s writings, Rossetti's work spans themes of female sexuality with ‘The Goblin Market’ and issues of self-indulgence, devotion and patience with ‘The Prince’s Progress’. She volunteered at St Mary Magdalene house of charity in Highgate, a refuge for ex-prostitutes, and openly opposed slavery in the United States during the years of the American Civil War. Rossetti remains a prominent female poet, associated with Elizabeth Barret Browning as her predecessor.

Good and evil, right and wrong, innocence and sinfulness, redeemed and fallen.'Songs of Innocence and of Experience' is a classic book of two halves - encapsulated by the extended original title that included 'Shewing the Two Contrary States of the Human Soul'.Accompanied throughout by William Blake's edgily beautiful illustrations, the book is broken into 19 poems of 'Innocence' and 26 of 'Experience'.'Songs of Innocence' are lyrical and evocative verses depicting life in pastoral harmony and youthful naivety - but with a brooding undercurrent of what is to come.That undercurrent flows rapidly throughout 'Songs of Experience', as the innocence gives way to darkness, threat and worldliness.These mind-bending poems and illustrations are ideal for fans of the poetry of John Milton and Dante Alighieri.William Blake (1757-1827) was an English poet, painter and printmaker whose writings and artwork often explored Heaven and Hell, and the state of the human heart.His best-known work includes 'Songs of Innocence and of Experience', 'The Marriage of Heaven and Hell' and 'Jerusalem'.Blake's work was largely ignored during his lifetime, but he is now considered to be among the greatest and most influential poets and visual artists of the Romantic Age. Blake's work continues to inspire authors, artists and filmmakers today. Bestselling author, Philip Pullman, has described William Blake as one of three major literary influences on 'His Dark Materials' and references to his artwork is found in films like The Wachowskis' 'V for Vendetta' (2006).

Pindar (ca. 520 f.Kr. - 443 f.Kr.) var en af det gamle Grækenlands største lyriske digtere. Det kan være svært for læsere, der ikke forstår oldgræsk at forstå Pindars skønne digte med alle deres nuancer, og derfor har filolog og forfatter Anders Bjørn Drachmann forsynet sine oversættelser med noter, der forklarer det, der ellers går tabt i oversættelsen. Bogen er en spændende og lettilgængelig introduktion til Pindars poesi og hans samtid.Anders Bjørn Drachmann (1860-1935) var en dansk forfatter og klassisk filolog. Han var professor ved Københavns Universitet og præsident for Videnskabernes Selskab. I løbet af sin karriere udgav Anders Bjørn Drachmann en lang række bøger blandt andet om Romerriget, kristendommens oprindelse samt klassisk poesi og religion.

It is often the lot of the creative individual to not be appreciated during their lifetime. While alive, Walt Whitman endured countless campaigns to ban his book of poems, 'Leaves of Grass', on the basis of its obscene sexual imagery. A century later, his poem 'O Captain! My Captain!' featured in the movie 'Dead Poets Society'. Then, the US TV series 'Breaking Bad' included numerous Walt Whitman references in different episodes.Some argue that he was ahead of his time. It is certainly the case that he was a one-off.'Leaves of Grass', which was first published as a handful of poems and grew to more than 400, is a loosely-connected collection. It focuses on the body and the material world and celebrates the natural world. The poems do not rhyme and do not follow any accepted rules. But they capture people's imagination - and have a place among the greatest works of US poetry.Walt Whitman (1819-1892) was an American poet, essayist and journalist. He was a humanist and is often called the father of free verse - a sobriquet inspired by the unstructured nature of much of his poetry. His poetry collection 'Leaves of Grass' was controversial, with critics decrying its overt sensuality. At different times a teacher, a journalist and a government clerk. Whitman worked in hospitals caring for the wounded during the American Civil War.

Sherlock Holmes and Dr Watson; Merry and Pippin; Elizabeth Bennet and Mr Darcy...great duos often help to make great literature. So when two soon-to-be luminaries of the English Romantic movement came together to produce a book of their poems, the result was inevitable. 'Lyrical Ballads' by William Wordsworth and Samuel Taylor Coleridge was a slow burner for readers, but grew to be lauded as a landmark piece of work, taking English writing in a new direction.Wordsworth does most of the heavy lifting by contributing the majority of the poems, but Coleridge's efforts include the famous 'The Rime of the Ancient Mariner'. The pair aimed to prick the bubble of what they felt was a snobbish approach to 18th century poetry. In 'Lyrical Ballads', they use everyday language, add the voices of the poor and focus on the original state of nature. The result is an accessible, original collection that remains fresh to this day.William Wordsworth (1770-1850) was an English poet and a pioneer of the Romantic Age in English literature. His first collections, 'An Evening Walk' and 'Descriptive Sketches', were published in 1793. His career took off after he moved to the Lake District with his sister Dorothy. Wordsworth produced countless poems, often on the themes of death and grief, including the first version of his epic 'The Prelude'. He was Poet Laureate from 1843 until his death in 1850.Samuel Taylor Coleridge (1772-1834) was a founder of the Romantic Movement in English literature and one of the Lake Poets. He wrote literary criticism, including of William Shakespeare's work, and the major prose book 'Biographia Literaria'. His best-known works were the poems 'The Rime of the Ancient Mariner' and 'Kubla Khan'.